Na weken van trainen was daar dan toch het moment suprême aangekomen. We gaan de Santa Cruz trek lopen. Het lijkt misschien niet veel maar een tocht van 50 kilometer waarbij we continue tussen de 4000 en 5000 meter lopen vinden wij in elk geval niet niets. Zoals je hebt kunnen lezen waren we goed geacclimatiseerd geraakt aan de hoogte. Vier dagen verbleven we inmiddels al in Huaraz en één daarvan liepen we de Laguna 69 trek. Dit was al een mooi stukje wandelen maar nu ging het echte werk beginnen.
Dag 1
Om ongeveer 6 uur in de ochtend werden we opgehaald door onze gidsen Orlando en Jaime. We boekten onze tour voor 300 soles p.p. bij Ganesa Explorer in Huaraz. Uiteindelijk bleek dat we de trek samen met 6 anderen gingen lopen; Chris en Robert uit Middlesbrough Engeland, Philipp en Josefine uit Bremen Duitsland, Hanne uit Oslo Noorwegen en Emma uit Delft. Een gemêleerd gezelschap van verschillende leeftijden en achtergronden.
Allereerst stond er een busritje van 6 uur op het programma naar Vaquería. Dit viel nogal tegen want op de kaart lijken de afstanden goed te doen. We realiseerden ons niet dat de weg voor het overgrote gedeelte een gravelpad is hoog door de bergen en dat we ook nog stopten onderweg om te ontbijten. Al met al was het 12:00 uur voordat we onze rugzakken om sloegen en op pad gingen. Het grootste gedeelte van onze spullen zal overigens gedragen worden door ezels. Super krachtige dieren die elk maximaal 50 kilo dragen zonder te klagen.
Vaquería ligt op een comfortabele 3700 meter hoogte. De eerste drie kilometer gingen makkelijk bergafwaarts en dat hielp om er even goed in te komen. Vanaf dit punt was het alleen maar klimmen. In totaal een goede 8 kilometer en rondom ons heen zien we de eerste besneeuwde pieken zoals de Chacraraju (6112 meter). Afgelopen zaterdag zagen we deze van de andere kant bij Laguna 69. Om een uurtje of 2 begint het helaas zachtjes te regenen. Dit is overigens heel normaal in deze streek. We zitten net voor het regenseizoen dat start in december.
Uiteindelijk stopten we bij het kampeerterrein Cebollita en we zetten onze tent voor de eerste keer op. Wij hebben ervoor gekozen om in onze eigen tent te slapen. Dit vinden wij toch echt het leukste en hé we slepen dat ding niet voor niets al bijna 5 maanden mee. Wel was het even afzien die nacht maar de prachtige heldere nacht maakte veel goed en we gingen maar extra dicht op elkaar liggen om het warm te krijgen.
De feitjes van dag 1: In totaal liepen we 11,3 kilometer met als laagste punt 3427 meter en het kampeerterrein lag op 3957 meter. In totaal klommen we 621 meter en daalden we 383 meter. Totale looptijd was 3 uur en 51 minuten.
Dag 2
Weet je wat eigenlijk wel heel fijn is aan een tour. Er wordt altijd voor ons gekookt. En deze ochtend staan er lekkere wentelteefjes voor ons klaar. We hadden niet gedacht dat ze deze ook in Peru hadden en met suiker peuzelen we ze lekker op. Na afloop krijgen we een lunchpakketje en gaan we weer op pad. De tenten hoeven we in principe niet af te breken maar wij breken onze tent toch elke ochtend zelf af. Scheelt ook weer voor de donkeydriver, toch?
Na de eerste dag besloten Philipp en Josefine uit Duitsland om de tocht niet af te maken. Ze hadden zich toch wat vergist in de hoogte en afstand en volgens hen hadden ze andere informatie van de verkoper gekregen dan nu bleek. Erg jammer voor hen en deze ochtend vertrokken ze nog voordat wij opstonden naar een andere groep (die de trek andersom lopen) om met hen terug te keren naar Huaraz.
De tweede dag stond in het teken van de grote klim naar de bergpas van Punta Union. Een mooie 4750 meter boven NAP en met name het laatste stuk was 350 meter van bijna 45 graden omhoog was erg uitdagend. Maar op twee vlakke stukken na stegen we 900 meter over een afstand van 7 kilometer. Het eerste stuk volgen we de Huaripampa rivier en zien we een paar kleine bergmeertjes en vennetjes. Het uitzicht maakte de inspanning helemaal waard. Rechts van ons zien we steeds vaker de berg Taulliraju met zijn 5830 meter hoog boven ons uit torenen en hij ziet ons langzaam vorderen. De groep valt uiteen maar één voor één halen we allemaal de top.
Hier moeten we echt even op adem komen en dit is toch echt lastiger op hoogte. Maar we hebben het gehaald. Het hoogste punt van de trail en we besluiten hier na een korte adempauze om nog een stukje verder te klimmen over de bergkam tot onze app zegt dat we op 4800 meter staan. Wow, zo hoog hebben we nog nooit gestaan en het uitzicht is onbeschrijfelijk. In alle richtingen waar we kijken zien we hoge witte bergtoppen met machtige gletsjers van waaruit watervallen naar beneden storten. Samen vormen ze later de grote Rio Santa die door het Callejon de Huaylas dal stroomt. Ver onder ons zien we het dal waar we later die dag onze tent weer op zullen zetten.
Maar daarvoor moeten we eerst nog 4 kilometer bergafwaarts. Ook dit stuk is eerst weer bijna 45 graden naar beneden door een landschap van grote rotsblokken en rustige berg vennetjes. Moe maar voldaan bereiken we omstreeks 13:00 uur het kampeerterrein genaamd Taullipampa en blij zien we dat de tentjes alweer staan. De donkeydriver heeft zelfs onze tent opgezet. Wel zo gemakkelijk en we konden heerlijk in de zon gaan uitrusten.
Het zonnetje scheen die dag heerlijk en gelukkig zagen we dat de regenbuien in het vorige dal bleven hangen en dat het bij ons droog bleef. Dit zorgde er wel voor dat het zonnetje soms achter een wolk verdween en dan merk je meteen dat het koud is in de bergen. Ook stond er een ferme wind. Het dal waarin we verbleven lag op 4100 meter en dan is het toch echt wel koud.
Ook hier stond die nacht weer het ijs op onze tent maar door het afvallen van de Duitsers waren er twee slaapzakken over. We confisqueerden er één en deze legden we over ons heen. Die nacht hadden we het stukken warmer maar we waren nog wel genoodzaakt om heerlijk löffeltje-löffeltje te liggen. Om het uur zeiden we dan tegen elkaar ‘Weer draaien?’ zodat ook onze voor- of achterkant weer warm kon worden. We zagen de lol er wel van in.
De feitjes van dag 2: In totaal liepen we 11 kilometer met als laagste punt 3923 meter en het hoogste punt op 4800 meter. In totaal klommen we 894 meter en daalden we 671 meter. Totale looptijd was 4 uur en 50 minuten.
Dag 3
Die nacht hadden we dus een redelijke nachtrust en sliepen we toch nog best wat uurtjes. In elk geval was de tweede nacht stukken beter dan de eerste. Als we in de toekomst op ons zelf gaan lopen dan moet er toch wel een extra dekentje mee (note to self: koop een mooi Peruaans wollen dekentje). Wederom stond er weer een ontbijtje klaar en terwijl de rest wakker werd braken wij onze tent af.
Over het algemeen staat de derde dag in het teken van voornamelijk bergafwaarts lopen door het dal. Maar wat deze dag vooral interessant maakt is laguna Arhuaycocha. Om hier te komen moesten we eerst nog een kleine 650 meter klimmen. Maar dit is prima te doen en bevat eigenlijk weinig steile stukken.
De laguna ligt op 4420 meter hoogte in een bergkom. En rondom ligt een gletsjer die tot in het meer reikt. Door de kom is de temperatuur veel lager en dit zorgt ervoor dat de gletsjers groter zijn dan die op de omliggende bergen. Absoluut het mooiste meer dat wij hebben gezien in de Cordillera Blanca en we zijn blij dat we de extra 5 kilometer zijn omgelopen. Magisch!
Robert moest en zal een duik nemen in het meer en dit gebeurde natuurlijk ook. Met een mooie plons verdween hij onder water. Robert is overigens een echte Iceman. Zonder blikken of blozen ligt hij zo een half uur in een bergrivier maar het water van dit meer was van de buitencategorie. Zonder blikken of blozen zwem hij vrolijk zijn rondje. Well done old chap!
In was er in München een verkiezing voor de mooiste berg van de wereld. Ieder land kon zijn mooiste berg inzenden en de winnaar toen was Alpamayo (5947 meter). Het is inderdaad een prachtige berg met mooie bergkammen en een iconische punt. Vanuit het meer ligt deze in onze rug. Ik vraag me eigenlijk af of deze verkiezing nog steeds georganiseerd wordt maar hier zijn ze nog steeds trots op het feit. Een andere beroemde berg, welke we zien vanuit dit dal, is de Artesonraju (6025 meter) welke aan de andere kant van het dal ligt. Het schijnt dat deze berg als voorbeeld heeft gediend voor het logo van Paramount Pictures. Kijk maar bij onze foto’s of je vindt dat dit klopt.
Na het meer liepen we terug naar de Santa Cruz trek en we zagen de desastreuze gevolgen van een zand- en modderlawine in 2012. Op 8 februari van dat jaar bleef het maar regenen en regen. Dit zorgde ervoor dat een meer te vol werd en uiteindelijk de bergkam doorbrak waardoor tonnen en tonnen modder het Santa Cruz dal overstroomde. Hierdoor werd een compleet bos weggevaagd en een meer in het dal verdween. Vele kilometers lopen we over een zandvlakte dat meer op een woestijn lijkt dan een bergdal. Gelukkig groeien her en der al de eerste struiken en de eerst kleine boompjes trotseren de koeien en paarden voor hun bestaansrecht. Ook is om een groot gedeelte een hek geplaatst om de planten tegen de grazers te beschermen. Het zal nog tientallen jaren duren voordat de natuur zich hier hersteld heeft. Maar eigenlijk is dit ook de natuur.
Door de omweg liepen we in verhouding twee keer zoveel als de vorige twee dagen en dat merkten onze voetjes ook. Goed uitgeput vonden we om 14 uur ons kampement weer opgebouwd verderop in het dal. De kampeerplaats heette heel leuk Playa want we stonden letterlijk langs de rivier. De schoentjes gingen uit en kregen een ijsbad in de rivier. Niets is beter voor de spieren dan een ijsbad. Verder restte ons niets anders dan een beetje lezen, fotograferen en relaxen tot het avondeten weer werd geserveerd. Daarna werd er nog even een spelletje Bullshit gespeeld en toen was het alweer tijd voor bed. Het vroege opstaan elke dag (5:00 uur) zorgt er ook voor dat we vroeg gaan slapen. Er is toch niet veel te doen dan.
De feitjes van dag 3: In totaal liepen we 23,1 kilometer met als laagste punt 3695 meter en het hoogste punt op 4454 meter. In totaal klommen we 651 meter en daalden we 1136 meter. Totale looptijd was 6 uur en 45 minuten.
Dag 4
Dag vier is eigenlijk meer een formaliteit dan echt een hikedag. We varen vlak bij het eindpunt Cashapampa en we konden een uurtje langer liggen dan de vorige dagen. Hierdoor konden we onze tent nog mooi even te drogen leggen in het zwakke zonnetje terwijl we ons weer tegoed deden aan de heerlijke wentelteefjes. Gelukkig maar want het overige brood was naar 3 dagen veel te hard.
We liepen op een ontspannen tempo de laatste 7 kilometer door een smal dal waar het stroompje ondertussen opgezwollen was tot een snelstromende rivier dat zich via vele watervallen een weg vond naar het dal. Onderweg zagen we nog een tarantula en een door een paard platgetrapte slang. Erg interessant om te zien en een tarantula hadden we op deze reis nog niet gezien.
In Cashapampa stopten we bij een klein restaurantje waar we met z’n allen en welverdiend pilsje dronken. Dat vonden we wel op zijn plaats ondanks dat het 11 uur in de ochtend was. Hier hoorde we dat we met het openbaar vervoer terug moesten naar Huaraz. De busmaatschappij rijdt pas bij 8 deelnemers en door het afvallen van de Duitsers waren we nog maar met zijn zessen. Beetje raar want alles was toch al betaald? In het begin is verteld dat bij uitvallen geen geld terug verwacht hoefde te worden. Ik vermoed dat ze op deze manier een snelle besparing hadden en uiteindelijk draait alles om de centen. Ach het maakte niet zo heel veel uit. We waren om 14 uur terug in Huaraz. Hier verbleven we weer een nacht in Caroline Guesthouse en de dag erna vertrokken we met de nachtbus naar Lima.
De feitjes van dag 4: In totaal liepen we 7 kilometer met als laagste punt 2828 meter en het hoogste punt op 3882 meter. In totaal klommen we 570 meter en daalden we 1194 meter. Totale looptijd was 2 uur en 5 minuten.
Conclusie
De Santa Cruz trek is een uitdagende trek voor de beginnende wandelaar en eenvoudig voor de geoefende hiker. De uitdaging zit hem bovenal in de hoogte en dit is iets wat wij als Nederlanders niet gewend zijn. De trail is overigens goed in 3 dagen te doen en dat zouden we een volgende keer ook doen. Ook is het zeker niet nodig om een georganiseerde tour te boeken (gezellig is het wel).
Er zijn vele aanbieders in Huaraz en ga zeker shoppen bij de buren. Wij merkten een gigantisch prijsverschil variërend van 60 dollar per dag tot 300 soles (89 dollar, november 2016) voor 4 dagen inclusief alle uitrusting, tent, eten, ezels, gids en transport. Waar men de 60 dollar voor vragen, ik weet het niet. Ook is het niet nodig om vanuit Nederland een tour te boeken als je niet in het hoofdseizoen bent (juli en augustus). Wil je de tocht zelfstandig lopen dan is boeken niet nodig. Er is altijd wel een plekje om je tent op te zetten.
Bijkomende kosten zijn 65 soles per persoon voor het toegangsbewijs tot de Cordillera Blanca (21 dagen geldig). Deze koop je eenvoudig in Huaraz bij het hoofdkantoor van het Nationaal park of bij één van de controleposten op de weg het park in. Dagkaarten kosten 10 soles en mogen niet gekocht worden voor de Santa Cruz trek. Ik weet al hoe jullie rekenen Hollanders;-).
Als je zelfstandig op pad wilt gaan dan kun je stafkaarten kopen in Huaraz of gebruik apps zoals Maps.me of Wikiloc. Op deze manier heb je alle gegevens die je nodig hebt. In Maps.me staat bijvoorbeeld de hele Santa Cruz trek. Maar waarom je de trail bovenal moet lopen is het bloedmooie landschap met kristalheldere meren, ijzige pieken boven de 6000 meter en barre landschappen. We zijn benieuwd naar het volgende wonder dat Peru voor ons in petto heeft.