Myanmar is een land waar vele verschillende volkeren samenleven in relatieve rust. De overheid heeft 135 etnische groepen erkent die vallen onder de 8 grootste etnische rassen. Deze zijn Bamar (Birmaans), Kajin, Kayah, Kachin, Chin, Rakhine, Mon en Shan. Ze leven veelal verspreidt over het hele land in dorpen die niet veel verschillen van hoe een dorp eruit zag 100 jaar geleden. Deze volkeren zijn de voornaamste reden waarom we zijn afgereisd naar Myanmar. Eén van deze bijzondere bevolkingsgroepen zijn de bijzondere en zeer in het oog springende Kayan people. De dames van deze groep dragen messing ringen om hun nek. Daarom worden de dames ook wel Longneck women genoemd. De andere bijnaam is “Pandaung”. Pandaung betekend in het Shan “draagt goud” maar gebruik deze naam maar niet. Ze vinden het niet leuk om te horen.
Ze dragen messing ringen om hun nek om ze vroeger te beschermen tegen tijgers. Tenminste dat wordt gezegd. Andere verhalen zeggen dat het eerder uitingen zijn van schoonheid of om de vrouwen onaantrekkelijk te maken voor mannen van andere stammen. Deze redenen klinken ons plausibeler in de oren. De ringen wegen 5 tot 9 kilo en ze beginnen hiermee vanaf het vijfde levensjaar. Door het gewicht zakken de sleutelbenen en de ribbenkast van de vrouwen waardoor het lijkt dat ze z’n lange nek hebben. Ze lijken er lichamelijk verder geen last van te ondervinden.
De meeste mensen denken dat deze bevolking toebehoort tot Thailand, maar dat is niet zo. De groep is afkomstig uit de staat Kayah in Myanmar en daar gingen wij op 23 augustus naar toe vanaf Inle Lake. De reden waarom er Kayan people in Thailand wonen is omdat ze 50 jaren geleden vluchtte voor het militaire regime. In Thailand leven ze dus eigenlijk in vluchtelingenkampen maar daar hoor je nooit wat over. Tegenwoordig komen ook de eerste mensen weer terug uit Thailand.
Kayah state is nog maar 3 jaar open voor de toerist. En sinds 1 jaar kan dit zonder vooraf aangevraagde vergunningen. Dit maakt het reizen ernaartoe veel gemakkelijker en meer en meer toeristen weten de hoofdstad van de staat Loikaw te vinden. Gelukkig voor ons nog niet te veel en dat maakt deze bestemming juist zo leuk. Vanaf Kalaw of Inle Lake kun je een minibus pakken naar Loikaw. Of je neemt de trein vanaf de hoofdstad van Myanmar, Nay Pyi Daw.
Het brengt ook een extra uitdaging met zich mee. Hoe vinden we een gids die ons naar de stammen kan brengen? Want zonder gids geen Longneck women. En tourmaatschappijen vind je (nog) niet in Loikaw. Na intrek te hebben gedaan in het super slechte Moon Joy guesthouse gingen we dus ook snel opzoek. Door een slimme ingeving van Jolien, laten we naar het goedkoopste Booking.com hotel gaan en daar vragen, vonden we een gids en nog 4 andere toeristen waarmee we de kosten van $90,- US dollar konden delen.
‘s Ochtends om half 9 werden we opgehaald bij ons Guesthouse. Hierna gingen we naar het Kayan Golden Sky Motel om de andere gasten op te halen. Dit waren een Spaans stel uit Madrid en een Engels stel uit Birmingham. Samen gingen we op pad. Onderweg stopten we nog bij een zilveren pagode vanwaar we een mooi uitzicht hadden over de vallei en omliggende bergen. Heel in de verte zagen we Loikaw nog liggen. Maar we kwamen natuurlijk voor de vrouwen en niet voor het uitzicht, dus we gingen snel verder.
We reden 1,5 uur diep het binnenland in. We gingen naar het dorpje Pan Pet. Hier heeft de tijd echt stil gestaan en de mensen leven van het land. Tot vorig jaar hadden ze geen eens stroom, maar nieuwe elektriciteitsmasten hebben daar verandering in gebracht. Op het moment wordt er leidingwater aangelegd, zodat ze niet meer afhankelijk zijn van het regenseizoen. In het dorp stopten we eerst bij de plaatselijke basisschool. Voor vertrek hadden we schriftjes en pennen gehaald. De mensen in het dorp zijn heel arm en de kinderen krijgen al hun materialen van de toeristen. Wij konden een kijkje nemen in de klas en gaven de kids allemaal een nieuwe pen en schrift. Een hele mooie ervaring. Geen van de kinderen droeg trouwens ringen.
Daarna parkeerden we de auto en maakten we een rondje door het dorp. We gingen 4 vrouwen ontmoeten. De eerste was een 69 jarige vrouw die alleen met haar man in een klein houten huisje woonde. Ze verdiende haar geld met spinnen en weven. Ook maakte ze prachtige messing sieraden. We konden echt met haar een gesprek voeren door middel van onze gids. Haar kinderen leefden allemaal in een ander dorp. Ze was ook heel geïnteresseerd in ons. Zo wilde ze weten hoeveel rijst we met dag aten. Nou in Europa niet veel eigenlijk.
Jolien kreeg de kans om zelf katoen te spinnen. Dat vergt nog wel wat oefening schat! Bij vertrek kochten we allemaal wat en gaven we wat voedsel. Dit op advies van de gids. Bij de tweede vrouw leerde Jolien om traditioneel te weven. Ook hier kon je het verschil zien tussen de professional en de leerling. Toch waren het prachtige ervaringen. Ook werd Jolien nog aangekleed als Longneck vrouw. Ze beginnen hier al heel toeristisch te denken. De derde vrouw pakte haar gitaar en viool voor een serenade voor ons. Ze vroeg of wij ook een liedje wilde zingen. Dat werd Vader Jacob hahaha. Maar de glimlach van de vrouwen sprak boekdelen. Ze stralen allemaal zoveel geluk en liefde uit. Ondanks hun harde en niet makkelijke leven.
Bij de vierde vrouw zag ik een foto van de dochter die ook de ringen droeg. De vrouw gaf aan dat ze in Thailand woonde en daar haar geld verdiende aan toeristen. Ze miste haar heel erg. Dus deze dochter had bewust of onbewust gekozen om de ringen te gaan dragen. We konden er niet achter komen hoe ze het vond, de vrouwen zelf die we ontmoette vonden het allemaal heel normaal en ze waren trots om ze te dragen. Bij alle vrouwen kochten we iets kleins en lieten we eten achter. De meeste jeugd besluit om de ringen niet meer te dragen.
De ervaring om Longneck vrouwen in hun eigen dorp en huizen te ontmoeten was zeer goed. Zo veel beter dan in Inle Lake. Daar voelde het echt als een dierentuin. We zijn blij dat we deze omweg hebben genomen. Na het bezoek aan het dorp zagen we nog wat bezienswaardigheden op de weg terug zoals The Seventh Lakes en de Umbrella Lake. Allemaal niet heel bijzonder en had voor ons niet echt gehoeven.
Mocht je een gids zoeken dan kunnen we gids Win Han Thu van Treasure Time aanbevelen. Hij is een ondernemend mannetje en gaat voor die extra goede ervaring. Hij is te bereiken via treasuretime1991@gmail.com. Wij werden door de gids om 17 uur netjes en net op tijd en in de zeikende regen afgezet bij de minibus naar Bagan. We gaan een nachtje afzien want de minibus zag er niet al te comfortabel uit. Daarover meer in ons verslag vanuit Bagan.
သွားတော့မယ် (thwà me naw)
Sander & Jolien