Met een gemiddelde oppervlakte van 22 bij 11 kilometer is Inle Lake één van de grootste meren van Myanmar. Er zit een groot verschil tussen het regenseizoen en het droge seizoen. Waterdieptes variëren dan tussen de 5 en 9 meter. Aan de randen liggen grote moerassen welke een thuis bieden aan vele watervogels. Verspreid over de oevers liggen verschillende dorpen waarvan de dorpelingen werken op de grote drijvende moestuinen of als de beroemde balancerende vissers van Inle Lake. En deze vissers zijn de reden waarom we hier zijn. De foto’s van deze vissers met hun grote kokernetten staan al jaren op mijn geheugen geschrift.
Toen we op de laatste dag van onze Kalaw Inle Lake trekking over het meer voeren naar Nyaungshwe bleek dat de vissers allemaal zijn overgestapt op het gebruik van netten. De authentieke kokernetten waren nergens te zien op het meer. Gelukkig blijven ze vooralsnog vasthouden aan de traditionele manier van varen waarbij ze op een klein houten bootje staan. Eén been ferm op de punt van de boot geplant, de andere om een peddel gedraaid en zo bewegen ze zich voort door het water. De beide handen blijven zo vrij om het net binnen te halen en de vissen te verwijderen. Ware acrobaten.
We waren natuurlijk moe na vier dagen wandelen. Toch vonden we tijd om ‘s middags even rond te lopen door het dorp. We boekten een ochtendtour over het meer voor de volgende dag. Verder stelt Nyaungshwe niet veel voor. Het bevat vooral alles om drongen toeristen te kunnen huisvesten. Wij hadden een tweetal nachten geboekt in The Green Vally Inn. Dit is een klein motelletje waar de eigenaresse hard moet werken. Hier hoorden we dat de overheid grote hotels laat bouwen in de stad om zo nog meer te profiteren. Ze vallen heel goed op want het zijn de grootste hotels van de stad. Mocht je willen dat je geld bij de locale bevolking terecht komt, boek dan bij een klein hotelletje zoals Green Vally Inn. ‘s Avonds hadden we natuurlijk bier en pizza als afsluiting bij Pub Asiatico. Het was een moderne pizzeria, leuk ingericht en super gezellig. Het was een mooie afsluiting van de trek samen met Cole, Kylie en Jeanne.
Ochtend boot tochtje
Op de ochtend van 22 augustus ging bij ons de wekker al heel vroeg. Te vroeg eigenlijk omdat we nog heel moe waren. Maar je moet er wat voor over hebben om het meer alleen voor je te hebben. Op deze manier ontweken we de hordes toeristen die allemaal later het meer op gaan. We hadden een heerlijke ochtend waarbij we heel veel watervogels zagen. Ook was het al druk met allerlei boten gevuld met waren voor de locale markt. En daar gingen wij ook naar toe. Ze noemen deze markt de 5 Day Market en is elke dag ergens anders aan het meer. Het was een leuke markt en zoals verwacht waren er nog weinig toeristen. Locals waren er volop en daar genoten we volop van. Hard schreeuwden ze om hun verse groenten en fruitige verkopen. Het kleine haventje van het dorp was gevuld met honderden boten. Wat een prachtig gezicht. We kochten natuurlijk nog wat souvenirs want de markt bestaat voor de helft uit toeristenmeuk.
Daarna bracht de kapitein ons nog naar een huisje waar we Karen Longneck vrouwen konden zien, maar dat was een zware tegenvaller. Als een soort dierentuin zaten de vrouwen op display in een hoek te weven. Zij waren de toeristen trekkers voor de aanliggende winkel. Dit hadden we niet moeten doen. Gelukkig konden we de dames wel een fooi toeduwen want ze verdienen maar 2000 kyat per dag. Omgerekend is dit slecht 1,30. Dit willen we anders doen. Daarom besloten we om de volgende dag naar Loikaw af te reizen. Rond dit dorp zijn meerdere nederzettingen van de Karen (Longneck) stam en dit is de originele plek waar alle stammen vandaan komen. Hierover lees je meer in het volgende verslag.
Op de weg terug zagen we dan eindelijk onze traditionele visserman. Natuurlijk deed hij dit voor de fooien, maar dat is prima. Met zijn kokernet balanceerde hij op 1 been, het net in de lucht en de peddel in het water. Heel erg gaaf. Bij terugkomst konden we gelukkig nog aanschuiven voor het ontbijt.
We waren nog aan het twijfelen of we ‘s middags nog een paardrijtocht wilden maken door de heuvels, met onderweg een stop bij de enige wijnboer van de streek, Red Mountains Estate winery. Dit samen met Cole, Kylie en Jeanne. Een regenbui gooide roet in het eten. In elk geval voor het paardrijden. Met een tuktuk gingen we naar de winery voor een uurtje wijnproeven. De wijntjes zijn nog niet heel goed. Ze bestaan nog maar 10 jaar dus ze hebben nog even te gaan. Het uitzicht vanaf de berg was wel prachtig. We zagen de omliggende bergen met natuurlijk Inle Lake in het midden. Een aantal buien trokken over de bergen, maar niet over ons. Ook deden we hier nog een rondleiding, maar die stelde niet veel voor.
De avond aten we nog gezellig met z’n allen een afsluitende maaltijd. Wij hadden de bus naar Loikaw geboekt voor de volgende ochtend. De anderen bleven nog even in Nyaungshwe of gingen naar Bagan. Ik vermoed dat we elkaar nog wel een keer gaan ontmoeten in Bagan.
သွားတော့မယ် (thwà me naw)
Sander & Jolien