Na twee vermoeiende reisdagen op Java werden we wakker in Pondok Dhevika Homestay op Bali. De twee eilanden liggen slechts een uurtje per ferry uit elkaar maar zijn een wereld van verschil. Java is voornamelijk Islamitisch, Bali is overheersend Hindoeïstisch en dat merkten we meteen. In de tuin stond een klein beeld van Ganesha, de god van kennis en wijsheid. Voor de poort lag een kleine offergave. Op het bed lagen allemaal kleine bloemetjes. De homestay was sowieso erg mooi afgewerkt. Een keer geen ‘toilet-onder-de-douche’-afwerking. Een heerlijke plek waar ‘s ochtends pas om 11 uur wakker werden. We hadden blijkbaar echt onze slaap hard nodig.
We maakten zelf een ontbijtje met brood en HAGELSLAG. Jaja, in de winkels hier vind je gewoon hagelslag. Ze heten ‘chocolate rice’ maar zijn identiek. De smaak is wel anders. Ik vermoed minder cacao. We hebben het verder deze dag erg rustig aan gedaan. We vonden een lekker plekje op het strand waar we genoten van een lekkere cocktail. We maakten een rondje door het dorp. Gingen een paar duikscholen af voor duikinformatie in de streek en verder eigenlijk niet heel veel.
Nusa Menjangan
Op Bali zijn twee plekken waar je goed kunt duiken en die heel verschillend zijn. De meest bekende zijn twee grote eilanden in het zuiden van Bali, Nusa Penida en Lembongan. Hier vind je minder koraal en grote vissen zoals manta’s en de mola mola (klompvis in het Nederlands). In het noorden van Bali vind je Nusa Manjangan en daar zijn we slechts 25 kilometer van verwijdert. Hier is meer koraal en duizenden kleinere vissen. Laat duiken nu een van de redenen zijn waarom we naar Indonesië zijn gekomen. Dus voor maandag 17 juli boekten we bij Dive Concepts Pemuteran allebei twee duiken.
Om 8 uur in de ochtend werden we opgehaald om naar het kantoor te gaan van Dive Concepts. Hier werden ons de duikpakken en verdere apparatuur aangemeten en gingen we verder naar het kleine haventje Labuhan Lalang. Hier werden we in kleine bootjes geladen. We zaten met een Frans stel aan boord en natuurlijk met onze duikmaster. We doken op twee plekken die dag. Dit waren Eel Garden en Dream Wall. Vooral Eel Garden was erg mooi. We zagen duizenden verschillende kleine vissen en een schildpad. Zoals de naam al verraad, staat deze plek bekend om kleine aaltjes. Er zitten er duizenden in het zand en allemaal steken ze hun kop omhoog om voorbijdrijvend eten te grijpen. Heel mooi om te zien. Dream Wall deed overigens zeker niet onder. Dit was een grote muur van koraal die recht naar beneden de diepte in liep. Na een heerlijk ochtend genoten we de middag na in Pemuteran. Je merkt toch dat het duiken er altijd wel inhakt dus we lagen er vroeg in.
Lokaal transport
Na al die luxe transporten van de afgelopen week wilden we nu wel eens ervaren hoe het is om te reizen zoals de locals dat doen. Daarvoor namen we in de ochtend een Bemo. Dit is kort voor “becak” (fietsriksja) en “Mobil” (auto). De eigenaar van onze homestay vertelde ons dat we slechts langs de kant van de weg hoefde te gaan staan en dan kwam er vanzelf wel eentje langs. Ook zei hij dat we naar Seririt moesten en dat we daar konden overstappen op een busje naar Bedugul.
Nou we stonden er nog geen 10 minuten of een klein rood busje stopte. De welbekende Bemo. De man kon ons wel naar Seririt brengen voor 200.000 Roepia. Geen idee of dat we veel is maar dat is wel heel veel. Ik dacht het niet. We doen het voor 100.000. We settelden op 160.000 en we gingen op weg. Na eenmaal in Seririt aangekomen te zijn bleek het niet de juiste keus te zijn. We moesten naar Sambangan en daar konden we een bus pakken naar Bedugul. Dat accepteerde we eerst niet. Weten wij veel. Onze homestay eigenaar zei dat het wel kon en dat er een bus ging. Dus we bleven eerst maar eens wachten. Uiteindelijk bleek er dus geen bus te gaan. In elk geval, wij hebben hem niet gezien. Dus na weer afgedongen te hebben klommen we voor 75.000 in de Bemo naar Sambangan. Voor ons gevoel betaalden we weer teveel maar goed. De Bemo zette ons wel af bij de terminal en hier vertrokken we na een uurtje wachten eindelijk naar Bedugul voor 60.000 Roepia. Het hele stuk is nog geen 80 kilometer maar het kostte ons wel 295.000 Roepia. Ik vermoed veel te veel. Eens kijken hoe we het anders kunnen gaan doen de volgende keer.
Bedugul
Het dorpje Bedugul ligt in het hoogland van Bali en het is er stukken koeler. In dit gebied liggen meerdere meren en aan het meer van Beratan ligt een prachtige tempel. De tempel is de reden waarom we naar Bedugul gingen. Maar die bewaren we voor de volgende ochtend bij zonsopkomst. We huurden bij ons Dajan Buyan Homestay een scooter voor 24 uur en we trokken er die middag nog even op uit. Op de weg naar Bedugul zag ik een aantal watervallen die vanaf de weg werden aangeprezen en dat leek me wel een mooie plek om te kijken. Dit waren de GitGit watervallen, een serie watervallen achter elkaar en via een klein pad vonden we ze weggestopt in het bos. Vooral de dubbele Air Terjun Campuhan was indrukwekkend. Je kunt er onder zwemmen maar wij hadden onze zwembroek niet mee. Vele andere toeristen namen wel een duikje.
Het was al laat op de middag een we reden terug naar Bedugul. We wilden nog even naar de ingang van de tempel kijken. Er schijnt een zij ingang te zijn waardoor je gratis naar binnen kunt. Helaas gooide dikke mist roet in het eten. We vonden de zijingang niet dus we reden terug naar onze homestay nadat we nog even snel wat aten in een lokaal tentje.
Pura Ulun Danu tempel
Om half 6 ging bij ons de wekker. Het was tijd om op te staan en om de zonsopkomst te zien vanaf de Pura Ulun Danu tempel. De mist was weg maar de omliggende bergtoppen lagen nog wel in de wolken. Omdat we de vorige dag de zijingang niet hadden gevonden namen we de hoofdingang en hier betaalden we 40.000 Roepia entree. We waren wel één van de eerste op het terrein en het rijk voor ons alleen. De zonsopgang was met de wolken absoluut prachtig. Het duurde even voordat de zon hoog genoeg stond om ook in het dal te schijnen. Een aantal uur zaten we lekker te kijken en foto’s te schieten.
Terug bij de homestay genoten we van ons ontbijt en erna liepen we terug naar de grote straat. Onze missie van vandaag was Ubud via een Bemo en nu stukken goedkoper dan gisteren. Er stopten een heleboel auto’s die ons allemaal direct naar Ubud konden brengen. De bedragen varieerden tussen de 500.000 en 1.000.000 Roepia. Allemaal zeiden we vrolijk gedag. Geen haar op mijn hoofd die dat zou betalen en zoveel zit er al niet meer. Zijn er serieus mensen die dat betalen… Knettergek.
Het werd uiteindelijk toch geen Bemo. Een prive-auto stopte met daarin twee belgen. Zij gingen toevallig ook naar Ubud en vroegen of we de ritprijs konden delen. Zij hadden 300.000 afgesproken en het zou ons dus maar 150.000 gaan kosten. Op deze manier bespaarden we heel veel tijd dus dat leek ons wel wat. De chauffeur vond het verder ook geen probleem om er langer over te doen en hij stelde ons allemaal leuke plekjes voor om te stoppen. Zo stopten we bij een Kopi Loewak plantage. Hier produceren ze de duurste koffie ter wereld. De koffiebessen worden gegeten door de Loewak, een civetkatachtige. De uitwerpselen worden dan schoongemaakt en dan vind men de koffiebonen terug. Best grappig om even gezien te hebben. Ook stopten we bij de Sangeh Monkey Forest, een Hindoe tempel met heel veel apen. Het maakte de rit uiteindelijk heel leuk.
De chauffeur dropte ons uiteindelijk in de buurt van onze slaapplek van de nacht. Na even zoeken vonden we hem maar dat verhaal bewaar ik even voor het volgende verslag. Het is namelijk veel te leuk om hier nog even in te drukken. Wordt dus vervolgd.
Selamat Tinggal!
Sander & Jolien.
2 comments
Spannend weer. Een nieuw oord en andere gewoontes. Ben benieuwd naar het volgende blog. Xx
Ha mam, die volgt woensdag alweer. X Sander