Op het perron in Yogyakarta stonden we om ons heen te kijken en te bepalen hoe we naar ons guesthouse zouden kunnen komen. Er was geen internet beschikbaar dus een Uber was even niet mogelijk. Mmmm, we zouden eigenlijk een Indonesische simkaart moeten halen! Oké dan een taxi? Nope ook niet. Volgens de dame van de taxi stand waren er geen taxi’s meer. We liepen dus de straat op om er daar eentje aan te houden maar geen geluk. Uiteindelijk werd het een riksja. Gelukkig wel met motor en daar zaten Sander en Jolien met hun 4 backpacks voorin gestouwd. Elke centimeter in het bakje benut. We werden flink “toe?” gelachen in de straten.
Het duurde met de riksja nog 45 minuten voordat we in de buurt van het guesthouse werden afgezet. Een riksja rijdt niet echt hard en het verkeer werkte ook niet mee. Maar het was wel een leuke beleving. Toen we ons aan het oriënteren waren kwam er een scooter aangereden en een dame vroeg of we in Rumah Biasa Guesthouse verbleven. Jah! Het bleek de eigenaresse Fyka te zijn. Wat een toeval. Het guesthouse lag in de parallelstraat achter de drukke hoofdweg en eenmaal daar aangekomen bleek het een oase van rust. Wat klopte dit plaatje. Links en rechts van het perceel stonden bananenbomen. Aan de achterkant alleen maar rijstvelden. De buurman had in zijn voortuin een paar koeien met grote alpen bellen om de nek. Heel veel last hebben we hier niet van gehad. Overal liepen er kippen los. Rumah Biasa had zelf overigens geen kippen. We settelden ons in onze kamer en er bleek een keuken te zijn waar we gebruik van konden maken. Dus wij liepen nog snel even naar de supermarkt voor broccoli en aardappels. Vanavond eten wij ouderwets Hollandse pot.
Na heerlijk geslapen te hebben kregen we van Fyka een vegetarisch ontbijtje voorgeschoteld. Super lekker! En dat bleek de volgende twee dagen niet anders. Elke keer hadden we wat anders. Van kleine loempiaatjes tot cakes tot nasi goreng tot een omeletje. Smikkelen en vaak was het typisch Indonesisch. Ook kookte ze elke avond zelf en dan kregen wij soms nog wat lekkere soja snacks rechtstreeks uit de olie. Met een gevulde maag gingen wij dus Jogja in.
De vogelmarkt en het waterpaleis
We gingen eerst naar de bird market. Indonesiërs zijn heel gelovig en bij elk huis onder de gevel zie je één of meerdere vogelkooien gevuld met vogels. In Jogja koopt men deze dus op de bird market en we zagen de meest uiteenlopende exotische soorten. Ik hoop echt dat deze allemaal netjes gekweekt worden en niet ontvreemd uit de natuur. Ook kan je hier terecht voor rood, geel, groen, blauw, oranje kuikentjes. Overduidelijk gespoten en verschrikkelijk voor het oog. Daarnaast zijn ook de volwassen exemplaren te koop. Eigenlijk waren we al weer snel van de markt af. Meer en meer krijgen we hier antipathie tegen.
Erna liepen we een heel eind naar het Waterpaleis. Deze zit verstopt in een leuke wijk met allemaal kleine straatjes met kleine ateliers. Het paleis is leuk om te zien en centraal liggen twee grote vijvers. De muren zijn erg dik en in de catacomben is het lekker koel. Op de bovenste verdiepingen hadden we een mooi uitzicht over Jogja.
Het paleis van de sultan
Yogyakarta is een sultanaat. Bij de onafhankelijkheid van Indonesië stemde de heersers toe om onderdeel van Indonesië te worden. De Sultan werd toen gouverneur van de streek en woont in het grote paleis in het midden van de stad. Hij heeft een grote staf met bedienden en zij hadden een vergadering net buiten het paleis in een pagode. Het was heel bijzonder om te zien. Als de bedienden lopen dan blijven ze laag gekurkt bij de grond. Ze lopen volgens mij gehurkt zodat ze lager dan de Sultan blijven.
Vervolgens liepen we naar de drukke winkelstraat Jalan Margo Mulyo. Hier vind je alles wat je mogelijk nodig hebt. Ook wij vonden er een mooi schilderij als aandenken en een simkaart. In de Jalan Sosrowijayan zitten de meeste reisaanbieders. We wilden weten hoeveel het was om via een tour naar de vulkaan Bromo te gaan. Dan is dit de beste plek om te zijn. We shopten wat rond en we maakten een goede deal bij Jogja Adventures. Vooral omdat we ook een Borobudur tour bij hen boekte kregen we veel van de prijs af. Uiteindelijk hadden we de Borobudur sunrise tour voor niets. Lekker toch.
Na nog een afsluitend drankje op een terras vonden wij het mooi geweest. We liepen weer helemaal terug naar ons guesthouse en onderweg stopte we weer bij de supermarkt. Die avond kozen we er weer voor om lekker zelf te koken. Nou, Jolien ging lekker voor ons koken.
Borobudur
Rondom Jogja liggen twee gigantische tempels die belangrijk zijn voor of de Boeddhisten of de Hindoes. Ten noordwesten van de stad ligt Borobudur en deze is gebouwd in de negende eeuw en vertegenwoordigt het Boeddhistische geloof. In het oosten ligt Prambanan, gebouwd ongeveer 850 na christus, en zeer belangrijk voor de Hindoes. Omdat beide tempels echt belachelijke entreeprijzen vragen (325.000 Roepia) besloten we om er maar 1 te doen. De keuze viel dus op Borobudur.
Om 3 uur in de ochtend ging de wekker. Een half uur later werden we door een minibusje opgehaald bij de vogelmarkt. Samen met een ander stel werden we naar Borobudur gereden. Het was toch nog zeker een kleine 1,5 uur rijden en we gingen naar de sunrise hill. Hier kregen we de zonsopgang te zien. Nou eigenlijk niet, het was te bewolkt, maar met het beetje licht en een mooie dauw in het dal zagen we toch een mooi tafereeltje ontvouwen voor ons. Heel in de verte zagen we de kenmerkende stoepa boven de bomen uittorenen.
Hierna bracht de chauffeur ons naar Borobudur zelf. Na een simpel ontbijt konden we naar binnen. Omdat we zo vroeg waren was het nog relatief rustig. Toen we 1,5 uur later terug naar buiten liepen zagen we de ene na de andere bus zijn lading toeristen droppen en dat maakte dat we maar wat blij waren met onze ochtendtour.
Borobudur bestaat uit 10 lagen die de verschillende niveaus van het kosmos vertegenwoordigen. De eerste 6 terrassen zijn vierkant gevolgd door drie ronde terrassen. De bovenste stoepa is het oneindige nirvana. Op de ronde terrassen staan 72 kleine stoepa’s met zittende boeddha’s erin. Alle boeddhistische tempels loop je met de klok mee. Iets dat door een groep monniken werd voorgedaan. We hadden geluk. Het was een grote groep en uiteindelijk bereikten ze de bovenste laag waar men begon te bidden. Het was een prachtig gezicht om de chacra’s te horen. Aan Borobudur zit ook een negatief smaakje. In het park zit een klein olifantenhuis waar de olifanten geketend aan de grond vast zitten. De verzorgers waren druk bezig om ze te wassen en ze kregen veel te eten, maar toch is dit niet zoals het hoort.
Uitgeput werden we rond het middaguur weer bij de vogelmarkt afgezet. We deden de rest van de middag niets. Een beetje bijslapen en een filmpje kijken. Die avond kregen we weer een eigen gemaakte maaltijd voorgeschoteld van Jolien en lagen we er vroeg in. Morgen worden we om half 8 opgehaald om naar Bromo te gaan. De vooruitzicht om 12 uur in een kleine bus te zitten is niet aantrekkelijk. Maar we gaan het meemaken.
Selamat Tinggal!
Sander & Jolien