Weet je wat de beste bron van informatie is? Niet de Lonely Planet. Niet het internet met haar wirwar aan websites. Het zijn de persoonlijke belevenissen van medereizigers. Zij kunnen ons als beste vertellen wat mooi was, welke trip tegen viel, welke touroperators de beste zijn en de beste must-visits in een gebied. Daarom vinden we blogs ook altijd zo leuk om te lezen.
Zo werden we al vroeg op onze wereldreis gewezen op een reeks kloven op ongeveer 3 uur reizen vanaf Porto Alegre. We zaten in Paraty te kletsen met Theo uit Duitsland. Een oudere man die twintig jaar geleden werkzaam was in de Duitse ambassade in Sao Paulo. Ondertussen genoot de man van zijn pensioen en was hij even terug in Brazilië om te kijken hoe het verandert was. We vroegen aan hem welk gebied we toch echt moeten gaan bezoeken dat niet op ieders zijn reis zal staan. Hij kwam toen met de naam Itaimbezinho, een kloof welke in het Parque Nacional de Aparados da Serra ligt.
Het zaadje was geplant en we reisden verder. Maar hoe dichter we bij Porto Alegre kwamen, hoe meer zaadje begon te bloeien. We gingen dus zeker Porto Alegre snel verlaten omdat we Itaimbezinho wilden zien. Alleen hadden we deze keer geen zin om dagen te reizen met het openbaar vervoer, wat overigens ook genoeg kost, om maar ergens in de buurt uit te komen om vanuit daar weer een dure tour te boeken. Nee, deze keer gingen we het anders doen.
We huurden een auto via de website rentalcar.com. Ze hebben mooie discounts en we vonden een Ford Ka voor 25 dollar per dag. Hoppa, huren die bak! Want wat ik het meeste mis is misschien wel de vrijheid dat een auto je geeft. Je stapt in en de auto brengt je overal naar toe in de helft van de tijd vergeleken met het openbaar vervoer. We haalden de auto woensdagochtend 27 juli op en op zaterdag moesten we hem weer inleveren. Dit betekende voor ons 4 dagen ultieme vrijheid.
Cambará do Sul
De beste uitvalsbasis om het gebied te bezoeken is Cambará do Sul. Het plaatsje komt rechtstreeks uit de Lucky Luck. Absoluut een echt Gaucho stadje. Aan de hoofdstraat zitten de belangrijkste winkels, supermarkten en touroperators. Centraal prijkt de kerk hoog boven alle huizen uit. De belangrijkste bron van inkomen zijn de vleeshandel en de twee nationale parken in het gebied.
In het plaatsje zijn veel pousada’s en kleine hotelletjes die door de Gaucho families worden beheerd. Wij kozen voor Pousada en Camping Pindorama. Gelegen aan de rand van het dorp heeft het een wijds uitzicht over de weilanden. Het is een echt familiebedrijf. De boer en knechten zijn de hele dag in de weer met het boerenbedrijf. De vrouw zorgt voor de kinderen en de pousada. Het zou droog blijven dus we kozen ervoor om twee nachten in de tent door te brengen. Gelukkig konden we een vuurtje stoken op de camping want het gingen koude nachten worden. Zo rond de 3 graden.
Parque Nacional de Aparados da Serra
Het gebied bestaat eigenlijk uit twee parken, Parque Nacional de Aparados da Serra en Parque Nacional da Serra Geral. Allereerst gingen we naar Itaimbezinho. Deze ligt in het eerstgenoemde park en je kunt er 3 routes lopen. Twee,Trilha do Vértice (2km) en Trilha Cotovelo (6km), zijn makkelijk en starten vanuit het bezoekerscentrum. Beide brachten ons boven over de kloof en gaven een prachtig uitzicht over en in de kloof.
Eigenlijk wilden we de derde, Trilha do Rio do Boi, route nemen. Deze gaat door de bodem van de kloof maar daarvoor kun je beter in het dorp Praia Grande zitten. De route ernaar toe ging over een pittige zandweg en omdat we een huurauto hadden wilden we het risico niet lopen. Ook moet je deze route verplicht met een gids lopen. Hier zagen we dus vanaf.
Maar met de twee eerder genoemde routes we een halve tot driekwart dag kwijt. En het uitzicht is fantastisch. Theo heeft ons niet voorgelogen. De kloof is 5800 meter lang en 720 meter diep. De kloof is niet breed. Er zijn een tweetal watervallen die de gehele diepte naar beneden vallen. Ze verwaaien nog net niet tot mist door de diepte. Door het hele gebied vliegen condors op zoek naar iets lekkers.
Heb ik trouwens al genoemd dat je toegang moet betalen tot dit gebied? Er zijn prijzen voor Brazilianen en buitenlanders. Omdat we in een huurauto reden dacht de dame dat we locals waren en gingen we de local prijs (R$8,- p.p. plus R$6,- voor de auto, juli 2106) naar binnen. Gelukkig vroeg ze me niet te veel, haha.
Parque Nacional da Serra Geral
Ten westen van Cambará do Sul ligt het tweede national park Serra Geral. In dit park (wel gratis overigens) kun je naar een grotere kloof genaamd Fortaleza. Deze kloof is nog dieper, breder en groter. In totaal 8000 meter lang en op plekken wel 900 meter diep. De weg het gebied in leidt tot een parkeerplaats vanwaar je de Trilha do Mirante (7km) naar de rand van de kloof kunt pakken. Het uitzicht is hier wijds en je kunt 360 graden rondom kijken.
Maar het mooiste uitzicht heb je misschien wel als je aan het einde van Trilha Pedra do Segredo komt. We kruizen een rivier terwijl we van steen naar steen hoppen. Op de rand van de afgrond kijk je over de waterval de diepte in. Dit is het begin van Fortaleza Cânion en het heeft hier een zijtak dat Cânion Malacara heet. Loop je verder dan kijk je de 8 kilometer wijde kloof in, helemaal tot aan de kust. De toegang tot dit pad ligt ongeveer 4 kilometer voor de parkeerplaats.
Beide parken zijn ook één van de laatste plekken waar je de typische Araucária boom (Apenboom) kun vinden in het wild. De onderste takken sterven allemaal af en daardoor blijft er een karakteristiek dak van takken en naalden over. Ze geven het gebied een geheel eigen uitstraling en het is er heerlijk rondrijden.